Persbericht 7 december 2020

Gegrond dekenbezwaar tegen tien verweerders van BrandMR

Gegrond dekenbezwaar tegen tien verweerders.

Verweerders zijn in dienst bij SRK Rechtsbijstand BV. Het is verweerders niet toegestaan om rechtsbijstand te verlenen aan personen die niet verzekerd zijn op grond van een rechtsbijstandverzekering. BrandMR wil op betalende basis rechtsbijstand verlenen aan deze personen. Verweerders mogen dus geen werkzaamheden verrichten voor cliënten van BrandMR. Dit is gegrond op artikel 5.11 Voda.

De presentatie van verweerders op de website van BrandMR geeft een misleidend beeld. Dat is in strijd met artikel 7.4 Voda.

Regelgeving is zoals die is en moet worden nageleefd, ook al menen verweerders dat artikelen van de Voda hun vrijheid van meningsuiting ontoelaatbaar beperken en in strijd zijn met artikel 6 van de Mededingingswet. De raad is overigens niet van oordeel dat er sprake is van een ontoelaatbare beperking van de vrijheid van meningsuiting. Voorts is de raad voorshands niet van oordeel dat de NOvA bij het vaststellen van de regelgeving in strijd met het geldende mededingingsrecht heeft gehandeld. De raad ziet geen aanknopingspunten om de uitkomst van de civiele procedure, die nu loopt bij de rechtbank Den Haag, af te wachten.

Dat het college van afgevaardigden van de NOvA op 3 december 2020 heeft ingestemd met het voorstel van de NOvA voor een experiment dat het voor rechtsbijstandsverzekeraars onder voorwaarden mogelijk maakt om ook niet-verzekerden bij te staan, heeft geen gevolgen voor de beoordeling van het bezwaar van de deken.

De raad legt geen maatregel aan verweerders op.

Klik hier voor de beslissing